Met hun heldergroene langwerpige bladeren op lange knapperige stelen zijn ze het jonge loof van meiknolletjes. Ze smaken licht pittig en peperig en zitten een beetje tussen rucola en spinazie in qua smaak.
Je snijdt de worteltjes eraf en verwerkt ze dan bij voorkeur rauw. Bij voorbeeld als stamppot, of je maakt er een soort pesto van.
Hier een recept.
Ingrediënten
1 bosje raapstelen, gewassen en schoongemaakt
1 teentje knoflook
1 handje pijnboompitjes, geroosterd
50 gr geraspte parmezaanse kaas
1 dl olijfolie
1 flinke snuf zout
gedroogde spaghetti (100 gr per persoon)
Bereiden
Doe alles in een mengbeker en pureer tot een smeuïge massa.
Kook de spaghetti 'al dente' bewaar een flinke kop van het kookvocht en giet af.
Doe terug in de pan en schep er per persoon een flinke eetlepel pesto bij. Doe een scheutje van het kookvocht erbij en laat doorwarmen. De spaghetti zal nu emulgeren met de pesto.
Serveer met extra geraspte parmezaanse kaas.
Buon Appetito!
Je kunt deze pesto onder een laagje olijfolie tot twee weken bewaren in de koelkast.