Er zijn nu volop doperwten en tuinbonen te oogsten. Daarmee kun je een lekkere lichte topping maken voor crostini. Een heerlijke lichte zomerse maaltijd. Ook kun je dit als een lekker hapje serveren bij een borrel. Je kunt dit recept makkelijk van tevoren klaarmaken.

hoofdgerecht voor 2 a 3 personen, hapje voor 8 personen)

INGREDIËNTEN

100 gr gedopte tuinbonen (ca. 650 g ongedopt)

400 gr gedopte erwten (1-1,5 kg ongedopt) of diepvrieserwten

8 el olijfolie

100 gr Griekse yoghurt

1 bosje munt, fijngehakt

1 teentje knoflook

1 el citroensap

1 flinke ciabatta, in dunne sneetjes

1⁄2 bosje radijs, schoongemaakt, in dunne plakjes

1 handje rucola

80 gr harde pittige kaas (bv. pecorino), geschaafd 

BEREIDEN

Kook de tuinbonen in wat gezouten water gaar: kleine bonen hebben ca. 5 minuten nodig, grote bonen zijn in ca. 7 minuten gaar.

Schep de bonen met een schuimspaan uit de pan in een vergiet en spoel ze koud onder de kraan. Doe de doperwten in het kookwater en kook ze in ca. 2 minuten zacht. Giet af en spoel de erwtjes ook koud. Laat ze goed uitlekken.

Dubbeldop grote tuinbonen eventueel door met een nagel een inkeping in de schil te maken en de groene 'binnenbonen' eruit te drukken. Pureer de doperwten met 4 eetlepels olijfolie en de yoghurt tot een grove puree (staafmixer). Roer de munt en de tuinbonen erdoor en breng flink op smaak met zout, peper en citroensap: de puree moet friszoet en pittig smaken. Zet de puree en radijs afgedekt in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 180 C. Bestrijk de sneetjes brood licht met olijfolie, wrijf in met een doorgesneden teen knoflook en leg ze naast elkaar op de bakplaat. Rooster ze in ongeveer 10 minuten aan weerszijden lichtbruin. Laat ze uitgespreid afkoelen. De toast blijft in een afgesloten bakje een dag knapperig.

SERVEREN

Schep op elk sneetje een dot van de puree en garneer met plakjes radijs, rucola en kaasflinters.